#Justicedelayedisjusticedenied

05
apr
2019

Deze week moest ik denken aan de eerste paper die ik moest schrijven voor mijn rechtenstudie in Utrecht. Die paper heette ‘justice delayed is justice denied’ en moest gaan over artikel 6 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens. In dat artikel staat kort gezegd dat een verdachte het recht heeft op een eerlijk proces. Onderdeel van een eerlijk proces is dat een proces binnen een ‘redelijke termijn’ wordt afgerond. In de praktijk betekent dit dat een ‘normale’ strafzaak binnen 2 jaar afgerond moet zijn. Dat streven wordt lang niet altijd gehaald en deze week ook niet.

Wat was er gebeurd? Mijn cliënt werd verdacht van oplichting in 2015 van een groothandel. Er was namelijk een e-mail naar de groothandel gestuurd die was ondertekend met zijn voornaam. De cliënt en groothandel hadden in het verleden met elkaar gehandeld dus de groothandel dacht dat het ging om dezelfde persoon. Vervolgens werd er voor een aanzienlijk bedrag artikelen besteld en die werden afgeleverd in een loods die op naam van cliënt stond. Dit was al het bewijs…en dat zou ook zo blijven.

Begin 2016 wordt mijn cliënt uitgenodigd voor een verhoor bij de politie en hij heeft uitgelegd hoe het zit. Hij ontkende dat hij de e-mail had gestuurd. Hij was het wel eens met de politie dat het gek was dat de spullen bij hem werden bezorgd maar dat was niet heel gek omdat zijn loods door meerdere bedrijven werden gebruikt als afleverpunt. Om de politie te helpen kon hij nog wel een naam geven van iemand die het mogelijk wel gedaan zou hebben. Tot verbazing van mijn cliënt werd de zaak niet geseponeerd, maar krijgt hij 9 maanden later een uitnodiging om bij de rechter te verschijnen. Nogal geschrokken komt de ondernemer naar mijn kantoor en vraagt mij om hem bij te staan.

Toen ik het dossier las viel het mij op dat de politie geen enkel onderzoek heeft gedaan naar de vraag of de verklaring van mijn cliënt zou kunnen kloppen! Als de politie wil weten waar een e-mail vandaan komt, dan kunnen ze vrij gemakkelijk die gegevens opvragen bij internetproviders. Ik heb gelijk gevraagd aan de officier van justitie om dit te doen maar ik wist eigenlijk wel hoe laat het was. Te laat namelijk. Die gegevens worden namelijk maar een half jaar bewaard. Om het toch nog te proberen wordt de zaak aangehouden door de rechter.

Vervolgens ligt de zaak een jaar lang stil. Er wordt geen enkel onderzoek gedaan door het OM. Omdat de cliënt en ik het wel welletjes vonden, heb ik een zogenaamd ‘art. 36” verzoek gedaan bij de rechtbank. Je kan als advocaat namelijk de rechtbank vragen om een dossier te sluiten als het OM niets doet aan een zaak. Helaas hielp dat niet, het OM zou de zaak echt gaan oppakken, zo beloofde ze op de zitting. Pas toen ging het OM op onderzoek uit naar de herkomst van de e-mail…Je raadt het al. Dat kon niet meer. Nadat het OM hoorde dat de gegevens er niet meer waren duurde het weer een jaar voordat de zaak voor de rechter kwam.

Op de zitting was het OM ineens wel heel schappelijk. Ze eiste vrijspraak. Ik doe dat ook en de rechter maakt er verder weinig worden aan vuil. “U heeft er lang op moeten wachten, maar dit dossier is echt onvoldoende. Ik spreek u vrij.”

Mijn cliënt was meer boos dan blij. Hoe kan het OM nou bijna 4 jaar tegen hetzelfde dossier aankijken en dan ineens zeggen, “wij vinden het ook niet goed”. Onbegrijpelijk.

Gênant vond mijn cliënt het en ik ben dat helemaal met hem eens. Justice delayed is justice denied!

Michaël Glas