#strafmaat

06
aug
2019

Nederland staat niet bekend om zijn zware straffen. Maar klopt dat eigenlijk wel?

Stel je voor: je woont in het oosten van Europa.  Je bent jong, net klaar met school en wil graag een baan. Er is weinig werk en als het er is betaalt niet genoeg om jezelf en een gezin van te onderhouden; maar daar is een oplossing voor. In het westen van Europa is wel veel werk te vinden én het betaalt een stuk beter. Vanwege de Europese Unie is het geen enkel probleem om daar te gaan werken dus je gaat op zoek naar een baantje. Gelukkig ben je niet de eerste die dit heeft bedacht. In de afgelopen paar jaren zijn de uitzendbureautjes die goed geld verdienen door je landgenoten te ‘bemiddelen’ naar werk in het westen, als paddenstoelen uit de grond geschoten. Zo gezegd, zo gedaan. Jij en je vriendin schrijven zich in bij zo’n bureautje en zitten de dag daarna al in een busje. Jullie twee, en nog acht anderen. Allemaal zonder een noemenswaardig bankrekeningsaldo en verder alleen de hoop dat als je een paar maanden in het westen werkt je wat geld voor jezelf en de familie mee naar huis kan nemen.

Het uitzendbureau heeft beloofd dat er werk is in Nederland en dat je wordt gehuisvest in een hotel. Eenmaal aangekomen blijken de omstandigheden niet best. Het hotel is oud, vies en je slaapt met tien anderen op een kamer. Het uitzendbureau houdt direct de ‘huur’ in van het loon dat je krijgt uitbetaalt. Fijn is het allemaal niet, maar jullie kwamen hier om te werken, niet voor vakantie, dus je slikt het maar. Morgen is de eerste werkdag in de kipfiletfabriek.

Op vrijdag hoor je slecht nieuws. Het uitzendbureau heeft zijn opdracht verloren met de fabriek en omdat je werkt als uitzendkracht sta je per direct op straat; letterlijk, want het hotel is van het uitzendbureau. Omdat je niet meer werkt, moet je ook het hotel uit. Je loon dat je nog moet krijgen komt niet omdat het bureau vindt dat je een ‘huisregel’ hebt overtreden en ook dat wordt direct ingehouden van je uit te betalen loon. Je hebt een dag om je spullen te pakken. Op straat, zonder geld, zonder eten en je moet zelf in een vreemd land maar weer aan een baantje komen.

Met zijn tweeën loop je door de stad en besluit je bij de lokale super wat te eten te halen. Je hebt te weinig geld bij je om nog bier erbij te kopen dus je waagt het erop; kijkt om je heen, ziet niemand, en steekt twee blikjes in je zak.

Jullie lopen de kassa voorbij en dan gaat het snel. De beveiliging heeft je toch gezien dus jij wordt aangehouden. Je vriendin ook want ze is bij jou. Totdat de politie komt, moeten jullie samen in een hokje achterin de winkel opgesloten zitten. Je vriendin snap er niets van, want zij weet niet dat je wat in je zak had gestoken. Na een kwartier stil naast elkaar te zitten, zie je haar huilen, maar ze zegt niets.

Bij het politiebureau wordt verteld dat je een advocaat mag spreken. Je zegt dat het niet hoeft en je bekent dat je hebt gestolen maar dat je vriendin er niets vanaf wist. De agent bedankt je voor je eerlijkheid.

Na een paar uur zie je dan toch een advocaat die je vertelt dat je ‘in verzekering gesteld’ bent. Een agent had dat net ook al gezegd maar echt snappen doe je het niet. De advocaat legt uit dat je twee dagen langer moet vastzitten en dan voor de rechter moet komen. Je hoort het allemaal maar zwijgend aan en schaamt je dood. “Heb je nog vragen” zegt de advocaat. “Hoe is het met mijn vriendin?”, vraag je. “Dat weet ik niet, zij heeft aan andere advocaat”, en hij zegt iets over ‘tegenstrijdige belangen’ of zoiets. “We zien elkaar over twee dagen!” zegt hij ongewoon opgewekt en vertrekt weer. Jij mag weer terug naar je cel.

Twee dagen later kom je voor de rechter. Je wordt binnengeleid door agenten en je wordt naast je vriendin gezet. Dit is de eerste keer sinds de aanhouding dat je haar weer ziet, maar jullie zeggen niets.

Ondanks haar onpersoonlijke toga komt de rechter vriendelijk over. Ze vraagt hoe het zo is gekomen dat je hebt gestolen en je doet je verhaal; voor de zoveelste keer. Ze luistert begripvol. De officier van justitie vindt dat je een week gevangenisstraf moet krijgen. De advocaat houdt een vurig pleidooi en vraagt om een straf die gelijk aan de dagen die je al hebt gezeten. Je krijgt het laatste woord maar je kan niets meer doen dan ‘nee’ schudden. Alles is al gezegd.

De rechter doet uitspraak. Ze vindt dat jij een week de cel in moet, maar je mag toch vandaag naar huis (of wat daarvan over is, denk je). De rest van de dagen worden voorwaardelijk opgelegd met een proeftijd van twee jaar, om zo duidelijk te maken dat je echt niet mag stelen in Nederland.  Je vriendin wordt vrijgesproken. De advocaten lijken tevreden.

Als je naar buiten loopt en voor het eerst naar de publieke tribune kijkt, zie je een journalist zitten. Hij knikt vriendelijk naar je en jij knikt terug.

De journalist blijft zitten terwijl de bode de nieuwe zaak uitroept. Ook deze zaak gaat over een winkeldiefstal. Het enige verschil is dat het om een Nederlandse verdachte gaat met een vast adres in Boskoop. Hij is twee maanden geleden aangehouden in de winkel en na twee uur op het politiebureau vrijgelaten met een dagvaarding. In deze zaak zegt de rechter dat ze ‘conform de LOVS-oriëntatiepunten’ €200,- boete oplegt. De man gaat tevreden terug naar Boskoop.

Of de straffen laag zijn in Nederland? Het hangt maar af van je perspectief.

Michaël Glas